Updates from Raymond Thielens Wissel reactie discussies | Sneltoetsen

  • Onbekend's avatar

    Raymond Thielens 6:47 am op November 6, 2025 Permalink | Beantwoorden  

    Joel Whitburn en Billboard 

    Voor wie al jaren met muziek bezig is, klinken de namen Billboard en Joel Whitburn vertrouwd in de oren. Maar weten ze wel hoe die legendarische muziekboeken ontstaan zijn? Hieronder kun je lezen hoe het muzikale huwelijk tussen beiden ontstaan is.

    Billboard was oorspronkelijk een tijdschrift dat op 1 november 1894 opgericht werd door de stichters William Donaldson en James Hennegan en was initieel een handelspublicatie voor afficheplakkers maar verschoof later meer naar de muziekindustrie.

    Joel Whitburn werd geboren op 29 november 1939 in Menomonee Falls, Wisconsin, en groeide daar op als een gepassioneerde muziekliefhebber en sportfanaat. Als tiener in de jaren 1950 begon hij platen te verzamelen. In 1953 abonneerde hij zich op Billboard, het toonaangevende muziekmagazine, na een toevallige ontmoeting ermee tijdens een uitje met zijn moeder. Toen de Billboard Hot 100 in 1958 werd geïntroduceerd, werd hij geobsedeerd: hij noteerde wekelijks de chartposities op indexkaarten, inclusief piekposities, weken in de charts en labels. Dit handmatige archief groeide uit tot een levenswerk, met een ondergrondse kluis vol met bijna elke chart-hittende 78-rpm, 45-rpm, LP en CD.

    Doorbraak als Chart-Historicus

    In de jaren 1960 werkte Whitburn bij RCA in platenverdeling, waar hij zijn chartdata gebruikte om radiostations te adviseren. In 1970 richtte hij Record Research, Inc. op in Menomonee Falls, Wisconsin – een bedrijf dat Billboard’s charts (en die van concurrenten als Cash Box en Radio & Records) gedetailleerd analyseerde onder een licentieovereenkomst met Billboard. Met een team van onderzoekers creëerde hij uitgebreide referentieboeken, die feiten, statistieken en trivia over duizenden hits bevatten. Deze boeken werden onmisbaar voor de muziekindustrie, DJ’s en fans wereldwijd.

    Zijn werk maakte de chaotische geschiedenis van charts toegankelijk: voorheen moest je talloze Billboard-edities doorspitten in een bibliotheek; Whitburn bundelde alles in één volume.

    Belangrijke Publicaties en Bijdragen

    Whitburn publiceerde meer dan 100 boeken via Record Research en 19 via Billboard Books. Zijn vlaggenschip was de serie Top Pop Singles, die de Hot 100-geschiedenis dekt. Andere reeksen omvatten country, R&B en albums. Bekende titels:

    JaarreeksBoekHoogtepunt
    1955-2018Top Pop SinglesUitgebreide Hot 100-data; laatste editie 2019
    1955-2009The Billboard Book of Top 40 HitsComplete info over artiesten en songs; bestseller
    1955-2009Top 40 Country HitsFocus op countrymuziek
    1961-2006Top Adult SongsVolwassenenpop-charts

    Zijn boeken hielpen programma’s als Casey Kasem’s American Top 40 en verankerden de Hot 100 als dé Amerikaanse chart. Whitburns werk omspant van 1940 tot hedendaagse hits, met data over pieken, weken en trivia.

    Zelf vind ik zijn Pop Memories een meesterwerk van muziekgeschiedenis, zie hierboven.

    Persoonlijk Leven en Uitdagingen

    Whitburns huis in Wisconsin was een muziektempel, met een ondergrondse vault uit de jaren 1990 vol chartdocumenten. Hij werkte nauw samen met zijn dochter Kim Bloxdorf, vice-president van Record Research. Ondanks gezondheidsproblemen bleef hij productief tot op hoge leeftijd. Hij overleed op 82-jarige leeftijd op 14 juni 2022 aan complicaties van gezondheidsissues, zoals bevestigd door zijn protégé Paul Haney.

    Nalatenschap

    Joel Whitburn, bijgenaamd “de ultieme chart-historicus”, revolutioneerde muziekonderzoek. Zijn boeken – met bijna 300 titels in totaal – zijn nog steeds de bijbel voor chartfans en de industrie. Record Research blijft bestaan, met updates tot 2025. Zonder hem zou de geschiedenis van hits als die van Elvis of Taylor Swift minder toegankelijk zijn. Billboard eerde hem als “de thrill van de weekly charts”.

     
  • Onbekend's avatar

    Raymond Thielens 5:33 pm op November 5, 2025 Permalink | Beantwoorden  

    De uitvinder van de Soul muziek, Ray Charles 

    Ray Charles Robinson (1930–2004) was een Amerikaanse zanger, pianist en componist, bijgenaamd “The Genius”. Geboren in Albany, Georgia, werd hij op 7-jarige leeftijd volledig blind door glaucoom. Hij groeide op in armoede, leerde piano en braille-muziek in een school voor blinden en debuteerde professioneel als tiener.

    In de jaren 1950 pionierde hij soulmuziek door gospel, jazz, blues en rhythm-and-blues te combineren. Hits als “What’d I Say” (1959), “Georgia on My Mind” (1960) en “Hit the Road Jack” (1961) maakten hem wereldberoemd. Hij won 17 Grammy’s, waaronder een lifetime achievement award.

    Charles worstelde met heroïneverslaving (hij kickte af in 1965) en bleef tot zijn dood optreden. Hij overleed in 2004 aan leverfalen. Zijn invloed op pop, soul en R&B is ongeëvenaard; in 2004 verscheen de biografische film Ray met Jamie Foxx in de hoofdrol.

    Ray Charles wordt beschouwd als de uitvinder van de soulmuziek – een genre dat hij in de late jaren 1950 creëerde door gospel te seculariseren en te combineren met R&B, jazz en blues. Hieronder de kern van zijn bijdrage:

    Van gospel naar soul

    • Voor Charles was gospel heilig; het zingen van wereldse teksten op gospelmelodieën was taboe.
    • Hij brak dat taboe met nummers als “I Got a Woman” (1954): hij nam de gospelklassieker “It Must Be Jesus” van The Southern Tones en verving de religieuze tekst door een liefdeslied.
    • Resultaat: call-and-response met achtergrondzangers (Raelettes), rauwe emotie, handgeklap en piano-riffs – de blauwdruk van soul.
    • Belangrijke Soul-tracks waren: What’d I Day (1959), Let the good times roll (1960), Hit the road Jack (1961), You don’t know me (1962).
    • Zijn achtergrond-zangeressen The Raylettes (o.a. Margie Hendricks) waren cruciaal. Ze zongen niet alleen harmonieën, maar antwoorden in call-and-response – een gospel-techniek die soul kenmerkt.

    Studio-innovatie

    Charles produceerde zelf en experimenteerde: hij gebruikte zijn Wurlitzer elektrische piano als lead-instrument; hij deed overdubs en multitracking voor rijkere arrangementen, en om een live-gevoel in de studio te creëren speelde de band samen met hem, zonder kliksporen (click tracks dat ze later via koptelefoons hoorden), die dienen om de muzikanten een timingreferentie te bieden.

    Invloed op anderen

    • Otis Redding, Aretha Franklin, James Brown noemden hem als inspiratie.
    • Aretha’s “Respect” en Otis’ “I’ve Been Loving You Too Long” bouwen direct op Charles’ emotionele intensiteit en gospelstructuur.

    Ray Charles maakte gospel werelds en R&B emotioneel diepgaand – dat is soul. Zijn stem (schreeuwend, fluisterend, kreunend) en piano waren één instrument. Zonder hem geen Motown, geen Stax, geen moderne R&B. Ray zei het zelf zo: “Soul is when you take a song and make it your own, make it come from your gut.”

     
  • Onbekend's avatar

    Raymond Thielens 7:56 am op October 12, 2025 Permalink | Beantwoorden  

    Richard Coudenhove-Kalergi, visionair van Europa 

    Richard Coudenhove-Kalergi

    Richard Nicolaus graaf Coudenhove-Kalergi, geboren op 16 november 1894 in Tokio was een Oostenrijks-Japans schrijver, politicus en stichter van de Paneuropese Unie, de ideologische voorloper van het huidige Europa, waarvan Albert Einstein, Konrad Adenauer en Thomas Mann lid waren.

    Hoewel Richard Coudenhove-Kalergi de eerste en vroege , visionaire intellectuele grondlegger was van het idee van een verenigd Europa, worden Robert Schuman en Jean Monnet beschouwd als de “founding fathers” van Europa omdat zij de concrete verwezenlijking ervan uitvoerden en is Coudenhove daardoor verwezen naar de kerkers van de geschiedenis.

    Coudenhove-Kalergi streefde naar een Europees, politiek, economisch en cultureel tegengewicht voor de Verenigde Staten, Rusland en Azië. Hij bedacht een douane-unie, een interne markt met een gemeenschappelijke munt (de latere Euro) en opheffing van de binnenlandse grenzen met collectief bewaakte buitengrenzen (de latere Schengen-akkoorden zonder buitengrenzen). Hij bedacht ook een gezamenlijk leger en een vloot (die er nog altijd niet gekomen zijn).

    Zijn bijdrage lag vooral in de ideologische en theoretische sfeer want hij presenteerde zijn manifest “Pan-Europa” al in 1923 en organiseerde ook een congres, maar het bleef bij een beweging van intellectuelen en politici zonder directe, bindende politieke stappen.

    Maar het waren de pragmatici Schuman en Monnet die na de verwoesting van de Tweede Wereldoorlog een concrete en praktische methode vonden om de Europese eenwording in gang te zetten.

    Het moet wel gezegd worden dat de Pan-Europese Unie verboden werd door de Nazi’s, waardoor Coudenhove uitweek naar Zwitserland en vandaar vertrok naar de States, waar hij professor geschiedenis werd. En op 3 augustus 1955 stelde hij voor om de “Ode an die Freude” van Ludwig von Beethoven aan te wijzen als Europees volkslied dat pas in 1972 overgenomen werd door de Raad van Europa en in 1985 door de Europese Gemeenschap. Wel rijkelijk laat als ge het mij vraagt. Misschien daarom dat zijn ideeën van Europees leger en vloot nog altijd geen werkelijkheid is geworden.

     
  • Onbekend's avatar

    Raymond Thielens 7:36 am op September 6, 2025 Permalink | Beantwoorden  

    Geoffrey Hinton, peetvader van AI 

    Geoffrey Everest Hinton, geboren op 6 december 1947 in Londen, Engeland, is een Brits-Canadese cognitief psycholoog en computerwetenschapper. Hij wordt vaak aangeduid als de “peetvader van AI” vanwege zijn fundamentele werk op het gebied van kunstmatige neurale netwerken.

    Vroege jaren en opleiding: Hinton groeide op in een familie met een rijke intellectuele geschiedenis. Hij volgde zijn opleiding aan Clifton College in Bristol en schreef zich in 1967 in bij King’s College, Cambridge. Na herhaaldelijk van studierichting te zijn gewisseld, waaronder natuurwetenschappen, kunstgeschiedenis en filosofie, behaalde hij in 1970 zijn Bachelor of Arts-graad in experimentele psychologie. Vervolgens promoveerde hij in 1978 in kunstmatige intelligentie aan de Universiteit van Edinburgh.

    Carrière en belangrijkste bijdragen: Ondanks de aanvankelijke ontmoediging van zijn professoren, omarmde Hinton onconventionele computernetwerken die waren gemodelleerd naar zenuwknopen en de structuur van het menselijk brein. Zijn carrière omvat functies aan de Universiteit van Sussex, Carnegie Mellon University en de Universiteit van Toronto, waar hij nu hoogleraar emeritus is. Van 1998 tot 2001 richtte hij de Gatsby Computational Neuroscience Unit op aan het University College London.

    Enkele van zijn meest significante bijdragen zijn:

    • Backpropagation: Hij was mede-auteur van een baanbrekend artikel uit 1986 over het backpropagation-algoritme, dat het efficiënt leren van neurale netwerken mogelijk maakte.
    • Boltzmann-machines: Hij was in 1985 mede-uitvinder van de Boltzmann-machines, een vroeg neuraal netwerkmodel.
    • Deep learning: Zijn werk met zijn onderzoeksgroep in Toronto leidde tot grote doorbraken in deep learning die een revolutie teweegbrachten in spraakherkenning en objectclassificatie.
    • AlexNet: Zijn werk aan AlexNet in 2012 heeft een revolutie teweeggebracht in computer vision.

    Vertrek bij Google en waarschuwingen over AI: Van 2013 tot 2023 werkte Hinton zowel voor Google (Google Brain) als voor de Universiteit van Toronto. In mei 2023 kondigde hij zijn vertrek bij Google aan, daarbij verwijzend naar zijn groeiende bezorgdheid over de potentiële gevaren van AI-technologie. Hij benadrukte de risico’s, zoals de mogelijkheid dat AI intelligenter wordt dan mensen, het misbruik ervan door kwaadwillenden en het potentieel voor banenverlies in routinematige intellectuele taken. Hinton pleit nu voor meer onderzoek naar AI-veiligheid en ethische richtlijnen.

    Erkenningen en onderscheidingen: Hinton heeft talloze prijzen ontvangen voor zijn bijdragen aan de AI-revolutie, waaronder:

    • Turing Award (2018): Samen met Yoshua Bengio en Yann LeCun voor hun werk aan deep learning. Deze prijs wordt vaak de “Nobelprijs voor de informatica” genoemd.
    • Nobelprijs voor de Natuurkunde (2024): Samen met John Hopfield voor hun fundamentele werk op het gebied van kunstmatige neurale netwerken.
    • David E. Rumelhart Prize (2001)
    • Gerhard Herzberg Canada Gold Medal (2010)

     
  • Onbekend's avatar

    Raymond Thielens 11:31 am op August 29, 2025 Permalink | Beantwoorden  

    De twee bekendste outlaws in de muziekindustrie 

    Willie Nelson is doorgaans bekend bij de doorsnee muziekliefhebber maar Johnny Paycheck is veelal de nobele onbekende. Daarom eerst hier een biografie van deze laatste ter kennismaking.

    Johnny Paycheck, geboren als Donald Eugene Lytle op 31 mei 1938 in Greenfield, Ohio, was een Amerikaanse countryzanger en songwriter. Hij staat bekend als een van de meest prominente “outlaws” in de geschiedenis van de countrymuziek. Zijn carrière werd gekenmerkt door zowel successen als onrust.

    Paycheck begon op jonge leeftijd met muziek. Hij speelde gitaar vanaf zijn zesde en trad op in talentenjachten vanaf zijn negende. Op 15-jarige leeftijd trad hij al professioneel op, vaak onder de artiestennaam “Ohio Kid”. In de jaren ’50 diende hij in de Amerikaanse marine, maar werd hij voor de krijgsraad gebracht en veroordeeld tot twee jaar militaire gevangenis na een aanval op een meerdere.

    Hij ontwikkelde zich als sessiemuzikant en achtergrondzanger voor artiesten als Ray Price, George Jones en Faron Young. Hij verwierf bekendheid met zijn bewerking van David Allan Coe’s nummer “Take This Job and Shove It” in 1977, wat zijn enige nummer 1-hit werd. Andere bekende nummers zijn “I’m the Only Hell (Mama Ever Raised)” en “She’s All I Got”.

    Zijn leven kende ook veel tegenslagen, waaronder problemen met drugsmisbruik, alcohol en juridische conflicten. In 1985 werd hij veroordeeld tot negen jaar celstraf voor zware mishandeling, maar werd in 1991 vervroegd vrijgelaten na twee jaar te hebben gezeten. Na zijn vrijlating zou hij zijn leven weer op de rails hebben gekregen.

    In 1997 werd Paycheck lid van de Grand Ole Opry. Hij overleed op 19 februari 2003 op 64-jarige leeftijd in Nashville, Tennessee. Hij leed aan emfyseem en astma. George Jones, die een vriend van hem was, financierde zijn begraafplaats.

    Nu kunnen we de vergelijking en de verschillen bekijken tussen deze twee country-artiesten:

    Willie Nelson en Johnny Paycheck waren allebei belangrijke figuren in de zogenaamde “outlaw country”-beweging van de jaren ’70, maar er zijn enkele opvallende verschillen tussen de twee artiesten.

    Overeenkomsten:

    • Outlaw Country: Beiden waren pioniers van de outlaw country-beweging, die zich afzette tegen de gepolijste “Nashville sound”.
    • Samenwerkingen: Ze speelden beiden in de band van Ray Price, de Cherokee Cowboys. Paycheck was bassist voordat Nelson als bassist toetrad.
    • Rebellie: Beiden hadden een imago van “rebellie” tegen het establishment, zowel in hun muziek als in hun persoonlijke levens.

    Verschillen:

    • Muzikale stijl: Hoewel beiden in het outlaw genre pasten, had Willie Nelson een meer diverse stijl. Hij combineerde traditionele country met elementen van pop, jazz, gospel en blues. Zijn muziek was vaak introspectiever en meer gericht op het schrijven van liedjes. Johnny Paycheck’s muziek daarentegen had een ruwer, meer “honky-tonk” geluid. Hij stond bekend om zijn hard-edged country, vaak met teksten over de moeilijkheden van de werkende klasse en een rebelse houding, zoals in zijn grootste hit “Take This Job and Shove It”.
    • Commercieel succes en nalatenschap: Willie Nelson genoot een veel breder en langduriger commercieel succes. Hij heeft een enorme discografie en is uitgegroeid tot een cultureel icoon. Zijn hits, zoals “On the Road Again” en “Always on My Mind”, zijn wereldwijd bekend. Paycheck is vooral bekend geworden door “Take This Job and Shove It” en wordt gezien als een belangrijke figuur binnen de outlaw country, maar zijn algehele carrière was minder stabiel en uitgebreid dan die van Nelson.
    • Imago en levensstijl: Beiden hadden te maken met persoonlijke problemen. Paycheck stond bekend om zijn tumultueuze leven en gevangenisstraffen, wat zijn rebelse imago versterkte. Willie Nelson had ook problemen met de belastingdienst, maar zijn imago is meer dat van de relaxte, marihuanagebruikende “good ol’ boy”, terwijl Paycheck’s imago meer dat van een “harde” figuur was.

     
  • Onbekend's avatar

    Raymond Thielens 9:49 am op August 14, 2025 Permalink | Beantwoorden  

    Jim Keltner, de veelzijdigste 

    Wat Hal Blaine was voor de sixties was Jim Keltner voor de seventies en later: de beste sessiedrummer van zijn tijd.

    De eerste keer dat Keltner mij opviel was bij de beluistering van de Randy Newman lp “Good Old Boys” en nadien ben ik hem blijven volgen. Hij was ook aanwezig op de lp’s “Sail Away” en “Little Criminals” van Newman. Een anekdote van Jim: ” Bij één van onze eerste opnames samen luisterde ik naar zijn teksten die zo komisch waren dat ik het uitproestte van het lachen en de opname verpestte. Nadien heb ik nooit meer geluisterd naar zijn teksten tijdens opnames, opdat het niet meer gebeurde”.

    Jim Lee Keltner werd geboren op 27 april 1942 in Tulsa, Oklahoma , USA. Hij staat vooral bekend als een veelzijdige en gevierde sessiedrummer en percussionist. Hij groeide op te midden van de rijke muzikale tradities van het Amerikaanse hartland, wat zijn muzikale wortels en stijl sterk beïnvloedde. Vanaf jonge leeftijd ontwikkelde Keltner een passie voor muziek en drummen. In de loop van zijn carrière werd hij vooral geroemd om zijn werk als sessiemuzikant, waarbij hij samenwerkte met tal van iconische artiesten uit verschillende genres. De namen oplijsten is onbegonnen werk omdat die eindeloos is. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met legendarische rock- en popmuzikanten. Daarom vermeld ik alleen de opmerkelijkste.

    Jim speelde op soloplaten van drie van The Beatles-leden: George Harrison, John Lennon en Ringo Starr, waarna hij vaak ook nauw samenwerkte met George Harrison en John Lennon. Jim en Ringo waren de drummers op het Concert voor Bangladesh, het eerste rockmuziek festival voor het goede doel, georganiseerd door George Harrison en Ravi Shankar in augustus 1971 in Madison Square Garden in New York. Hij drumde ook in de Madison Square Garden in 1972 voor John Lennon ten voordele van de Willowbrook State school.

    Zijn drumstijl combineert doorgaans bedrieglijk eenvoudige drumpatronen en een ongedwongen losse sfeer met buitengewone precisie. Voorbeelden hiervan vindt ge terug op “Jealous Guy” van Lennon’s lp Imagine en “Watching the River Flow” van Bob Dylan. Keltner drumde ook op lp’s van J.J.Cale.

    Door zijn loopbaan heen werkte hij met een breed scala van beroemde artiesten, waaronder Bob Dylan, waarbij hij door Dylan’s biograaf Howard Sounes werd omschreven als “de leidende sessiedrummer van zijn generatie”. Een andere anekdote: Bij de opname in 1973 voor de hit “Knocking on Heaven’s Door” vertelde Keltner later dat het lied hem zo raakte dat hij begon te wenen tijdens het drummen.

    Daarnaast speelde hij ook met artiesten zoals Eric Clapton, Traveling Wilburys (de supergroep met George Harrison, Roy Orbison, Bob Dylan en Tom Petty), Paul Butterfield en Neil Young.

    Zijn techniek wordt gekenmerkt door een soepele, expressieve stijl die zich makkelijk aanpast aan verschillende muzikale stijlen van rock tot folk en blues. Keltner’s spel doet nooit afbreuk aan het nummer, maar voegt subtiel en krachtig toe, waardoor hij zeer geliefd is bij de artiesten die op zoek zijn naar een drummer die het geheel een bijzondere dimensie geeft.

    In 1987 speelde hij samen met gitarist Ry Cooder en bassist Nick Lowe op de lp “Bring the Family” van John Hiatt. Vier jaar later kwamen de vier muzikanten terug samen om het eenmalige album Little Village op te nemen onder diezelfde groepsnaam Little Village. Luister dan ook naar de song: “Don’t go away mad”.

    Naast zijn muzikale carrière heeft Keltner ook enkele acteerrollen gehad in films zoals “Man of Steel” (2013) en “Batman vs Superman”: Dawn of Justice” (2016).

    Door zijn lange, rijke carrière en het grote aantal artiesten waarmee hij werkte, wordt Jim Keltner gezien als één van de meest invloedrijke en gerespecteerde drummer in de muziekgeschiedenis.

     
  • Onbekend's avatar

    Raymond Thielens 8:59 am op August 9, 2025 Permalink | Beantwoorden  

    Vera Rubin (1928-2016) 

    Vera Rubin was een Amerikaanse astronoom, beroemd om haar pionierswerk in het onderzoek naar de rotatiesnelheden van sterrenstelsels.

    Ze werd geboren op 23 juli 1928 als Vera Florence Cooper in het huidige Pennsylvania en toonde al op jonge leeftijd interesse in astronomie. Ze trouwde met Robert Rubin en kreeg 3 kinderen met hem. Rubin studeerde aan het George Washington University en promoveerde aan de Cornell University. Haar meest invloedrijke ontdekking vond plaats in de jaren ’70, toen ze aantoonde dat de snelheid van sterren in de buitenste delen van sterrenstelsels niet afnam, zoals verwacht werd op basis van zichtbare materie. Deze observaties ondersteunden de theorie van donkere materie, wat een fundamentele verschuiving in ons begrip van het universum betekende. Samen met instrumentenmaker Kent Ford werkte ze aan het probleem van rotatiekrommen van sterrenstelsels. Ze maakte honderden observaties van sterrenstelsels en kwam tot de conclusie dat de geobserveerde rotatiesnelheden zodanig hoog waren dat men zou verwachten dat de sterren geen stabiele baan hadden, en weg zouden vliegen. Dit effect kreeg een naam: het Rubin-Ford effect.

    Rubin was ook een voorvechter van vrouwen inde wetenschap en pleitte voor gelijke kansen in het vakgebied. Haar baanbrekende werk heeft een blijvende impact op de astronomie en ons begrip van de kosmos. Ze ontving verschillende onderscheidingen en was lid van prestigieuze wetenschappelijke instellingen. Vera Rubin wordt herinnerd als een van de meest invloedrijke astronomen van de 20ste eeuw.

    Rubin speelde een cruciale rol in de bevordering van vrouwen in de wetenschap door haar eigen ervaringen als vrouwelijke astronoom te delen en te pleiten voor gelijke kansen in het vakgebied. In een tijd waarin vrouwelijke wetenschappers vaak ondergewaardeerd werden, gebruikte ze haar positie om aandacht te vragen voor de obstakels waarmee vrouwen in de wetenschap te maken hadden.

    Rubin fungeerde als mentor voor veel jonge vrouwelijke wetenschappers, en hielp hen bij hun carrièreontwikkeling en wetenschappelijk onderzoek. Sandra Faber, die een verband vond tussen de helderheid van sterrenstelsels en de snelheidsdispersie van de sterren erin, was een van haar doctoraalstudenten.

    Door het uitvoeren van baanbrekend onderzoek en het publiceren van haar bevindingen, zorgde ze ervoor dat vrouwelijke wetenschappers meer erkenning kregen binnen de academische gemeenschap. Ze sprak vaak publiekelijk over de noodzaak van gendergelijkheid in de wetenschap en de waarde van diversiteit in onderzoeksteams.

    Rubin was betrokken bij verschillende organisatie-inspanningen en programma’s die gericht waren op het ondersteunen van vrouwen in STEM (Stem staat voor Science, Technology, Engineering en Mathematics). STEM verwijst naar een vakgebied en een manier van denken die deze disciplines combineert. Haar toewijding aan deze kwesties heeft een blijvende impact gehad en heeft bijgedragen aan de vooruitgang van vrouwen in de wetenschappen.

    Naar haar is de planetoïde (5726) Rubin vernoemd. Van een aantal universiteiten kreeg ze een eredoctoraat, waaronder Yale en Harvard.

     
  • Onbekend's avatar

    Raymond Thielens 5:11 pm op August 8, 2025 Permalink | Beantwoorden  

    Carmen Cavallaro, de dichter van de piano 

    Carmen Cavallaro werd geboren op 6 april 1913 in New York City in een Italiaans-Amerikaans gezin. Zijn ouders waren van Italiaanse afkomst en gaven hem een muzikale opvoeding. Hij toonde al op zeer jonge leeftijd een uitzonderlijk talent voor de piano. Al op zesjarige leeftijd kreeg hij pianolessen en blonk al snel uit door zijn technische vaardigheid en muzikaliteit. Zijn jeugd speelde zich af in een tijd waarin de Amerikaanse muziekscène sterk beïnvloed werd door jazz, bigbandmuziek en populaire melodieën die de eerste helft van de 20ste eeuw domineerden. Deze invloeden zouden later een belangrijke rol spelen in zijn stijl.

    Cavallaro begon zijn professionele muzikale carrière in de jaren ’30. Hij trad aanvankelijk op met dansorkesten en werkte als begeleider in diverse lokale ensembles. Zijn uitzonderlijk pianospel trok al snel de aandacht en hij kreeg de bijnaam “The Poet of the Piano”. Dit had alles te maken met zijn unieke stijl, waarin hij technische virtuositeit combineerde met lyrische, romantische uitvoeringen.

    In de jaren ’40 richtte Carmen Cavallaro zijn eigen orkest op. Hij werd bijzonder bekend door de interpretaties van populaire nummers, vaak met een uitgesproken romantisch en melodieus karakter. Zijn arrangementen waren een mix van lichte klassiek invloeden en popular music, een stijl die vele luisteraars aansprak. Cavallaro werd vaak vergeleken met andere grote pianisten uit zijn tijd, maar zijn charme lag in zijn vermogen om ingewikkelde technische passages op een vloeiende, bijna zangachtige manier te spelen, wat hem onderscheidde van de puur jazz-georiënteerde pianisten. Hij speelde een belangrijke rol in de bigband- en easy listening-scène en was een vaste waarde op radio en televisie. Zijn muziek was geliefd op dansvloeren maar ook als luistermuziek voor een breed publiek.

    Naast zijn werk als bandleider en pianist trad Cavallaro ook op in films en televisieshows. Hij verscheen in diverse muziekfilms gedurende de jaren ’40 en ’50, waarmee hij zijn faam verder uitbreidde naar een nationaal en zelfs internationaal publiek. Hij werd bij ons vooral bekend door zijn pianospel in de film over het leven van Eddy Duchin met Tyrone Power en Kim Novak. Terug te vinden op Youtube.

    Zijn virtuoze pianospel maakte hem tot een herkenbaar en geliefde televisiepersoonlijkheid in het tijdperk waarin televisie snel populair werd.

    Carmen Cavallaro’s stijl kenmerkte zich door een unieke mix van technische perfectie en emotionele expressie. Hij combineerde elementen van lichte klassiek, pop en jazz en gebruikte uitgebreide arpeggio’s en melodieuze lijnen die vaak melodramatisch en romantisch aandoen. Zijn invloed is merkbaar in de ontwikkeling van lichte muziek en easy listening genres, en hij wordt vaak geciteerd als inspiratiebron voor latere pianisten die dit soort muziek uitvoeren. Zijn bijnaam “The Poet of the Piano” vat zijn muzikale nalatenschap treffend samen.

    Cavallaro bleef actief optreden en opnemen tot in de jaren ’70 en ’80, hoewel de populariteit van bigbands en easy listening muziek tegen die tijd afnam. Desondanks behield hij een loyale fanbase en bleef hij erkend als een meester van het genre.

    Hij overleed op 12 januari 1989 aan prostaatkanker, maar zijn muziek leeft voort in de vele platen, opnames en herinneringen van liefhebbers van romantische en bigband muziek.

     
  • Onbekend's avatar

    Raymond Thielens 5:12 pm op July 29, 2025 Permalink | Beantwoorden  

    Hoe een dubbeltje rollen kan… 

    Mijn beroepsleven speelde zich grotendeels af in de voedingsnijverheid ttz in twee bedrijven die in Vlaanderen bekend stonden als Clark’s Gum en Côte d’Or. Maar weinigen weten hoe dat ene Amerikaans bedrijf en dat andere Belgisch bedrijf in handen kwamen van multinationals en beide zelfs even in handen van dezelfde sigarettenfabrikant Philip Morris, omdat die de hete adem voelde van advocaten die financiële claims ingezet door familieleden van overleden kankerpatiënten tengevolge van hun verslaving aan de sigaret. Daarom wilden de aandeelhouders hun kapitaal veilig stellen en diversifiëren maw risicospreiding.

    Maar laten we starten bij het begin, Clark’s Gum. In de hete zomer van 1976 kwam ik in dienst als supervisor van een inpakafdeling met gemiddeld 70 vrouwen en 10 mekaniekers als personeelsbestand in een afdeling gevestigd in Bornem, Klein-Brabant.

    Clark Gum werd in België bekendgemaakt door de Amerikaanse G.I.s met hun Tendermint kauwgom, die ze meebrachten naar ons tijdens de Tweede Wereldoorlog en vanaf 1946 naar ons land geëxporteerd werd. De vlug aangroeiende exporten van Clark’s Gum naar Belgie waren de oorzaak om een fabriek op te richten in Europa. De beslissing om een Bornemse fabriek te bouwen vloeide voort uit het succes van verkoop van Tendermint in België. Bijkomende argumenten waren dat België centraal gelegen was in de toenmalige Europese Economische Gemeenschap (EEG) én de Belgische mentaliteit (zeg maar de Vlaamse): Vice-President John F. Morrissey zei “we werden getroffen door de vriendelijkheid van de mensen, hun traditioneel hard werken en hun vakmanschap”. En vanaf het begin van de operatie kregen ze van de Belgische regering volledige medewerking. Bijgevolg werkten ze met uitsluitend Vlaams personeel, uitgezonderd hun directeur Mr. Weed. De productie was naast de verkoop in België, ook voor uitvoer naar Holland, West-Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Italië. Zelf heb ik nog laten produceren voor de UK.

    Screenshot

    Maar zoals reeds gezegd, Philip Morris eigende zich Clark Bros Chewing Gum U.S.A. toe waartoe de Bornemse vestiging ook behoorde. En na de oliecrisis drong zich uit financiële overwegingen de synergetisch politiek op om te fusioneren en werd de Rotterdamse vestiging opgedoekt en overgebracht naar Bornem.

    Toen kwam die andere multinational in beeld: Warner-Lambert die ook de farmaceutisch fabriek Parke-Davis in handen had en een aandeel in nog een farmaceut Capsugel. Deze drie entiteiten lagen aan beide kanten van de Rijksweg. Tijdens mijn laatste jaren bij Clark’s Gum was er sprake om de Spaanse afdeling in Barcelona ook over te plaatsen naar Bornem. Zelf heb ik die fabriek nog bezocht om te bekijken wat er kon overgebracht worden, maar de vakbonden hebben het in de tegengestelde richting geduwd en na een paar jaren later was de sluiting van Bornem een feit.

    Maar in 1989 verliet ik Clark’s Gum om te beginnen bij Côte d’Or, toen al in handen van de Zwitserse chocolade- en koffie-gigant Jacobs Suchard. Maar in 2001 kwam het bedrijf in handen van Kraft Foods, dat een onderdeel was van…Philip Morris. (de cirkel was rond).

    Maar laat mij nu eerst opnieuw beginnen bij de start van het bedrijf Côte d’Or, dat in 1870 opgericht werd door Charles Neuhaus die in 1883 het merk “Chocolade de Côte d’Or” deponeert. In 1889 neemt de familie Bieswal de zaak over en vestigt zich in de Paleizenstraat in Brussel, waar de overgrootvader van Baudouin Michiels als banketbakker ook een stek had. In 1899 werd de straat onteigend en kochten de twee samen het pand in de Bara-straat aan het Zuidstation, ook bekend als de Midi. Daar heb ik nog één jaar gezeten nadat alles verhuisd werd naar een splinternieuwe fabriek in een industriezone in Halle naast de alombekende Colruyt. Beide fabrieken hadden (nu misschien nog?) daar nog een gemeenschappelijk waterzuiveringsstation. Ten tijde van het beheersschap van de familie Michiels-Bieswal was Côte d’Or de hofleverancier van ons koningshuis, maar omdat deze titel persoonsgebonden is, verloor het merk deze privilege nadat het overgenomen was door Jacobs-Suchard. Zelf heb ik de zoons uit de vierde generatie nog gekend: Baudouin Michiels was de marketeer-verkoper terwijl Michel Bieswal de techneut was die sleutelde aan de machines.

    Nu nog even iets over het ontstaan van de “olifant”, het sterke merksymbool. De inspiratie voor de merknaam lag in Ghana. Tot in 1957 was het een Britse kolonie onder de naam Gold Coast. Neuhaus haalde een deel van zijn cacaobonen in de Côte d’Or en zo was de naam geboren. Maar de overgrootvader van Baudouin Michiels had een bijzondere fascinatie voor alles wat exotisch was. Hij keek altijd uit naar de postzegels op de brieven die hij ontving uit Afrika. Op een dag prijkte op een brief met factuur uit Ghana een postzegel met een olifant, piramide en een palmboom. Dit is het moet hij gedacht hebben en zoveel jaren later kennen we nog de “olifant” en zal hij nog veel verjaardagen meemaken.

    Tijdens mijn laatste jaar voor mijn pensionering was de firma weer overgenomen door Mondelez en later werd de productie-unit overgenomen door Callebaut uit Wieze, en de andere koekjes-productiefabriek (LU) in Herentals nog actief blijft onder Mondelez. Alle andere chocoladeproducties werden afgestoten en getransplanteerd naar de Oost-Europese landen omwille van de lagere loonkosten.

     
  • Onbekend's avatar

    Raymond Thielens 8:02 am op June 17, 2025 Permalink | Beantwoorden  

    Earl Palmer, onbekende drumlegende 

    Zijn naam zal u niet bekend in de oren klinken niettegenstaande hij een indrukwekkend palmares bij mekaar geroffeld heeft. Want hij werkte als sessiemuzikant bij een ontelbaar aantal muziekopnames van artiesten die ge zeker kent: Fats Domino, Sam Cooke, Frank Sinatra, The Everly Brothers, Neil Young, Little Richard, Larry Williams, Ray Charles, Monkees, en vooral Phil Spector.

    Omdat hij als sessiemuzikant niet verbonden was aan een groep, scoren andere drummers beter in de populariteitsranking en eindigen hoger, zoals Ringo Starr (Beatles), John Bonham (Led Zeppelin), Keith Moon (The Who), Charlie Watts (The Rolling Stones), Stewart Copeland (The Police), Ginger Baker (Cream), Mitch Mitchell (Jimi Hendrix Experience). Drummer-sessiemuzikanten zijn daardoor minder bekend en tot die categorie behoren ook Hal Blaine, Buddy Rich, Gene Krupa, D.J. Fontana en natuurlijk Earl Palmer.

    Earl Palmer werd geboren op 25 October 1924 en ritme zat in zijn bloed en als vierjarige begon hij met tapdansen, maar ruilde zijn tapschoenen in voor drumsticks. Bebop Jazz was zijn eerste liefde maar het was Rythm & Blues die zaad in het bakje bracht om de rekeningen te betalen en zodoende sloot hij zich aan bij Dave Bartholomew’s band, de begeleiding van Fats Domino. Met zijn gevoel voor ritme was hij de eerste die dat soort ritme gebruikte in de Rock ’n Roll muziek, ook backbeat genoemd, de klap op de snaredrum op de tweede en vierde tel van de maat.

    Earl werkte ook voor Motown en muziekproducer Spector, zoals reeds vernoemd. Vooral zijn medewerking bij de opnames voor Phil’s meesterwerk “River Deep, Mountain High” is van tel. Ook in het oog springend is zijn drumwerk bij het tv-thema voor The Flintstones.

    Privé huwde hij vier keer en had zeven kinderen. Eind 2004 trouwde hij met zijn vierde vrouw, Jeline Paler. Hij overleed na een slepende ziekte op 19 september 2008.

    Zijn collega, Hal Blaine die hetzelfde levensparcours en beroep leidde, heeft het perfect verwoord in zijn laatste interview: “Professioneel was ik de gelukkigste man op de wereld maar op de thuisbasis was het scheiding na scheiding. Een vrouw ziet je drummen, leert je kennen en begint te daten en je wordt verliefd en ze is de perfecte vrouw voor u en ge wilt trouwen met haar. Ze ziet dat je in een groot huis woont, rijdt met een Rolls Royce en ge behandelt haar zoals een koningin. Ge geeft haar luxe, er komt genoeg geld binnen, maar na een paar jaar zegt ze, waarom moet je elke dag gaan werken. Ze beseft niet dat mijn instrument mijn eerste liefde was, lang voor ik haar leerde kennen, ik studeerde lang, vele jaren om te kunnen wat ik nu kan. En plotseling krijgt ge van de ene dag op de andere scheidingspapieren overhandigd en wordt ge opgezadeld met een alimentatieplicht overeenkomstig de weelde die ge haar gaf. Maar de tijd vliegt snel en nadien constateren ze dat de luxe vermindert en ze “alleen” en ongelukkig oud worden.”

    Hieronder kun je Palmer aan het werk zien in een sessie:

     
c
Maak een nieuw bericht
j
volgende post/volgende reactie
k
vorige post / vorige opmerking
r
Beantwoorden
e
Bewerken
o
toon / verberg reacties
t
ga naar boven
l
ga naar log-in
h
hulp weergeven/verbergen
shift + esc
Annuleren