Gene Pitney

Gene Francis Allan Pitney werd geboren op 17 februari 1940 in Hartfort als middelste van vijf kinderen. Hij werd grootgebracht in het nabijgelegen Rockville, waar hij les kreeg op piano, drums en gitaar. Hij was een ongewoon en eenzaam kind dat niet American Football speelde met zijn vrienden, maar zich amuseerde door te jagen op muskusratten, nertsen en wasbeertjes die hij vilde en opzette.

Hij studeerde voor electrotechnicus en op school trad hij voor het eerst op. Nadien trad hij op met een groepje The Embers en nog later als duo Jamie en Janie (Gene Pitney en Ginny Arnell. Daarna maakte hij zijn eerste plaatjes onder de naam Billy Bryan maar toen de platenmaatschappij hem voorstelde om voortaan de naam Homer Muze te gebruiken, besloot hij verder te gaan onder zijn eigen naam. Hij verdiende zijn eerste goede geld met het schrijven van “Rubber Ball” voor Bobby Vee maar tekende met zijn moeders’ naam Orlowski omwille van contractuele belangenconflicten. Nadien schreef hij ook “Hello Mary Lou” waarmee Ricky Nelson een grote hit scoorde.

Dan kwam hij in contact met Aaron Schroeder, de eigenaar van het Musicor label waar Gene voortaan meerdere hits zou opnemen. Er kwam een samenwerkingsverband tussen het duo Schroeder/Wally Gold en dat andere gouden duo Burt Bacharach/Hal David. De hits volgend mekaar op maar toen in 1964 de Engelse invasie van popgroepen Amerika overspoelde begon zijn succes te tanen, maar in de UK bleef hij populair. Daarom stak hij de plas over om te touren, en daar werd zijn publiciteitsagent gebeld door de Rolling Stones manager Andrew Loog Oldham vanuit Parijs met de vraag of hij niet wilde meespelen bij een paar opnames van de Rolling Stones die nog in kinderschoenen stond. Samen met Phil Spector (die de sambaballen hanteerde) speelde hij mee op “Little by Little” en “Not fade away”. Jagger/Richards schreven de hit “That girl belongs to yesterday” voor hem. Zo kwam hij ook in contact met Marianne Faithfull, de toenmalige vriendin van Jagger en kreeg een kortstondige relatie met haar.

Gene keerde in 1966 evenwel terug naar de States om te huwen met zijn jeugdliefde Lynne Gayton waarmee hij drie kinderen kreeg en gehuwd bleef tot aan zijn dood in 2006. Gene’s stembereik ging over drie octaven.

Het componistenduo Aaron Schroeder/Wally Gold bewerkten de klassieker O’ Solo Mio voor Elvis Presley tot “It’s Now Or Never” , zijn grootste hit. Op dezelfde manier bewerkten zij Pathétique van Tjaikowski tot “Take Me Tonight” voor Gene.

Gene’s hit “It Hurts To Be In Love” werd eerst opgenomen door Neil Sedaka maar werd weerhouden door RCA omdat de opname gebeurd was in een studio buiten RCA. De opname werd overdubbed met Gene’s stem en werd een grote hit. Opmerkelijk was dat Neils’ vrouw Leba samen met Toni Wine en Helen Miller (die de tekst schreef) samen instonden voor de backing vocals. https://www.youtube.com/watch?v=stzl0yHUcOw

Bekijk vanaf 5:24 deze YouTube van een optreden van Gene op BBC: https://www.youtube.com/watch?v=-PJcKL4lOLU