Studiomuzikanten
Eind jaren vijftig, begin jaren zestig waren vele sessiemuzikanten actief in studio’s van o.a. New York, Nashville, Memphis, Detroit en Muscle Shoals, tot Los Angeles, waar de Wrecking Crew opereerde. De zwarte muziekscene hadden hun eigen studiocollectief, namelijk The Funk Brothers voor het Motown-imperium van Berry Gordy. Bij de American Sound Studio hadden ze The Memphis Boys.
In de jaren zestig had de meer-sporen opnameapparatuur (multi-tracking) veel minder mogelijkheden dan tegenwoordig. De instrumentale backing-tracks (beginopnames voor een nummer, gewoonlijk bestaand uit ritmesectie met basgitaar, waaraan later de andere instrumenten worden toegevoegd) werden vaak “hot” opgenomen met een groep muzikanten die live in de studio speelde. De muzikanten moesten op afroep beschikbaar zijn zodat producenten op het laatste moment nog aan-, in- of opvullingen konden toevoegen.
Omdat Pete Best niet de allerbeste drummer was, werd hij bij de Beatles vervangen door Ringo Starr voor de vaste bezetting. Zelfs Ringo werd bij latere opnames en/of live-optredens af en toe vervangen door een sessiemuzikant onder andere door Andy White, Jimmy Nicol (wegens ziekte Ringo). Voor de eerste opnames in Duitsland als begeleider van Tony Sheridan werd Pete Best ook vervangen door Bernard Purdie.
Wie snuffelt op lp’s en cd’s naar de begeleidende bezetting van de artiesten zal merken dat dikwijls dezelfde namen terugkeren.
Bij de Wrecking Crew waren de bekendste namen per discipline die veel gevraagd werden:
Drums = Hall Blaine, Jim Keltner, Earl Palmer; Gitaar = James Burton, Glen Campbell, René Hall, Carol Kaye, Dr. John, Tommy Tedesco; Toetsen= Leon Russell, Larry Knechtel, Jimmy Webb; Basgitaar = Carol Kaye, Larry Knechtel; Sax en fluit = Jim Horn.
Bij de Funky Brothers waren de bekendste:
Drums = Benny Benjamin, Uriel Jones, Richard Allen; Gitaar= Eddie Willis, Joe Messina, Robert White; Basgitaar = James Jamerson, Bob Babbitt; Toetsen = Earl Van Dyke, Joe Hunter.
Bij de Memphis Boys waren het:
Drums = Gene Chrisman; Gitaar = Reggie Young; Toetsen = Bobby Wood, Bobby Emmons; Basgitaar = Mike Leech, Tommy Cogbill.
Rony Vercauteren 3:16 pm op oktober 28, 2019 Permalink |
Studiomuzikanten zijn dikwijls onderschatte talenten. Een voorbeeld hiervan is Steve Cropper een bekende naam die ik een beetje mis in uw lijstjes.
Hij is gitarist, componist en producer en werkte voor Stax Records van 1961 tot 1970. Als studio- en sessiemuzikant was hij medeoprichter van Booker T and the MG’s en scoorde met nummers als Green Onions en Pass the Peas. Hij schreef samen met Eddy Floyd de hit Knock-out on Wood. Componeerde mee In the Midnight Hour van Wilson Pickett en Dock of the Bay van Otis Redding die omkwam in een vliegtuigcrash terwijl het nummer nog niet af was. Cropper kreeg opdracht van de platenfirma om het nummer onmiddellijk af maken zodat zij het nog binnen de week na de dood van Otis konden uitbrengen. Het werd zoals verwacht een monsterhit. Zo zie je maar de een zijn dood is letterlijk de ander zijn brood. Mick Jagger vindt het één van de beste songs mede door zijn eenvoud en had graag zo een song op zijn palmares gehad. Als gitarist eindigde Steve Cropper nog tweede op een all time ranking na Jimi Hendrix.
LikeLike
Raymond Thielens 7:44 am op oktober 30, 2019 Permalink |
Ja, Glen Campbell en Dr.John (Mac Rebennack) hebben NADIEN ook een eigen carrière uitgebouwd zoals Cropper met zijn Booker T & the MG’s, maar bij mijn weten heeft Steve Cropper VOORDIEN nooit meegespeeld in een studiocollectief van steeds wisselende onafhankelijke huurlingen. Alle leden van de drie voornoemde groepen schreven ook geen liedjes, zoals Cropper wel deed, maar fungeerden louter als muzikanten op aanvraag zonder meer. Soms leverden ze een bijdrage (zoals een riff en dan denk ik aan Carol Kaye) maar werden als tekstschrijver of componist nooit vermeld. Daarom dat ik deze mensen eens “in the picture” wilde zetten, want voor de doorsnee muziekliefhebber waren ze (en zijn ze nu nog) onbekend. Dat kan niet gezegd worden van Cropper, die als auteur mee vermeld stond op de hoes en vinylplaat. En over de benaming “onderschat”, valt ook te discussiëren in het geval van Cropper.
LikeLike